Wie doet een ander hetgeen hij niet wenst dat een ander tegen hem doet? Ikke, ikke,ikke, natuurlijk zodat de rest mag stikken.

Posted on March 23, 2017 by djeronimoblog

Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez, had heel vaak gezegd:

“Doe enen ander niet hetgeen gij niet wenscht dat aan u geschiede”
Wat was of is nog steeds gaande dat dit telkens herhaald moet worden?

Het is een feit dat het “standbeeld” van Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez nog steeds hetzelfde is blijven zeggen. Overduidelijk is het dan dat hij de frauderende Staten van Curaçao bedoeld. Met andere woorden letterlijk alle corrupte politici. Het zijn de politici van zijn eigen partij NVP en/of van andere partijen die in de regering zatten. Professor dr. A. F. Paula kwam trouwens ook tot hetzelfde conclusie in zijn rapport “Historisch onderzoek naar de eigendomssituatie van plantage Gato” en gaf overduidelijk aan: 

“concluderend kan worden opgemerkt dat de overheid over de jaren heen debet is geweest aan grove nalatigheid door haar administratie niet op gedegen wijze te actualiseren naar aanleiding van het grondruil die plaats vond op 7 oktober 1868. Deze nalatigheid heeft in grote mate bijgedragen aan het ontstaan en het voortduren van onduidelijkheid en controverse inzake de eigendomssituatie van de plantage Gato vanaf de jaren 1970″.

Onduidelijke en controverse eigendomssituatie?

Ondanks dat professor Paula, in opdracht van de overheid, duidelijk in zijn rapport had aangegeven wie de rechtmatige eigenaren zijn van plantage Malpais, en wie de onduidelijke en controverse eigendomssituatie had gecreëerd, blijft de overheid de rechtmatige erfgenamen en eigenaren van plantage Malpais negeren. De overheid blijft hardnekkig van alles proberen om fraude uit de jaren 1970 te verbergen.
In de jaren 1970, de eerste regeer periodes van overheden direct na de revolte van 30 mei 1969, werden doelbewust plannen, van de corrupte malafide overheden van tussen 1955 en 1969,  goed gekeurd en uitgevoerd.

Onbehoorlijk bestuur van frauderende politici tussen 1955 en 1969

Politiek is het tijdvak 1955-1969 gekenmerkt door problemen bij het toepassen van het Statuut. In deze periode werd voor het eerst door de Koninkrijksregering een Algemene Maatregel van Rijksbestuur tot stand gebracht. Het bestuurscollega van Curaçao had in die periode geen bevoegdheden meer “wegens grovelijke verwaarlozing van de huishouding van het Eilandgebied”. Feitelijk was het een periode van onbehoorlijk bestuur van de respectievelijke overheden. Politici hadden lucratieve zaken en hielden zich bezig met het onteigenen van gronden om het vervolgens met flinke winsten te verkopen.  Een notaris die goede zaken had gedaan in die periode was notaris mr. Ernst Cohen Henriquez. Heel “toevallig” was notaris Ernst Cohen Henriquez samen met Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez en anderen, de oprichters van de Nationale Volks Partij NVP. Het blijft een vraag tegen wie Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez telkens moest herhalen:

“Doe enen ander niet hetgeen gij niet wenscht dat aan u geschiede”

Natuurlijk had Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez deze tekst zo vaak tegen zijn eigen partijgenoten herhaald dat het op zijn grafsteen werd vereeuwigd. Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez, waarschuwende stem stierf samen met hem in 1966.  Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez zwijgt nu als een graf terwijl zijn grafsteen boekdelen spreekt. Alle politici worden aangestoken door de struisvogel politiek virus van hun voorgangers, de corrupte en frauderende politici.

Chronisch onbehoorlijk bestuur van onze  frauderende politici.

Mr. Ernst Cohen Henriquez

Mr. Ernst Cohen Henriquez, “Onchi Henriquez” was een van de kapitalisten die samen met  Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez  de Nationale Volks Partij NVP hadden opgericht. Mr. Ernst Cohen Henriquez was een van de notarissen die “lucratieve winsten ” had gemaakt met het kopen en verkopen van Familiegronden. Mr. Ernst Cohen Henriquez werkte nauw samen met het Commisie Eigendomsuitwijzig van Kadaster. In het boek “Honderd jaar codificatie in de Nederlandse Antillen van 1969, verteld hij tussen de regels door hoe zijn zaken in elkaar zat.
Op pagina 98 tweede alinea:

” Een laatste mij bekend fideicommis (dat ingevolge het PB 1953 nr. 31 werd beëindigd, maar waarvan de rechthebbenden nog niet uitgezocht zijn) is het legaat van Malpais Gatu. In de akte van afgifte d.d. 21 februari 1812, die zowel sociaal als juridisch interessant is……”

Mr. Ernst Cohen Henriquez wist althans zijnde een notaris behoorde hij te weten dat in 1868 een ander lid van zijn eigen notaris familie, namelijk Sol Cohen Henriquez, waarnemend lid was geweest in de Koloniale Rechtbank van Gouverneur de Rouville en dat de rechthebbenden toen  uitgezocht waren.
Gouverneur de Rouville had in besluit  van 30 juli 1868 no. 439 een limitatieve opsomming gegeven van de personen die op dat moment aanspraak konden maken op de nalatenschappen van wijlen de weduwe Sybrecht van Uytrecht. Mr. Ernst Cohen Henriquez had een verborgen agenda. Hij had in november 1968 een bespreking met de heer Gerardus Lazaro Ferero, de beheerder, lasthebber en erfgenaam van plantage Gatu om de plantage op te kopen. Zijn malafide manier van zaken doen was overduidelijk. Hij had toen aan zijn andere collega’s van de regering verteld dat de erfgenamen van plantage Gatu, na 150 jaar moeilijk te achterhalen zal zijn en dat dus ook op plantage Gatu weer geïmproviseerd zal moeten worden.

“Toevallig” besloot mr. Ernst Cohen Henriquez begin 1969 vlak voor de revolte van 30 mei 1969 zijn notaris praktijk te beëindigen om zich in Nederland te vestigen. Vervolgens is het ook zeer “toevallig” dat Domeinbeheer in 1972 een bod had gedaan op Plantage Gatu. De plantage werd bewust gedeeltelijk in 1974 opgemeten en de rechtmatige erfgenamen zijn nog steeds aan het procederen tegen een netwerk van corrupte politici die gesponsord worden door georganiseerde misdaad.

Een halve eeuw na de dood van Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez kan er nog steeds gewaarschuwd worden:

“Doe enen ander niet hetgeen gij niet wenscht dat aan u geschiede”